Leusden,
23
augustus
2018
|
07:00
Europe/Amsterdam

Waar een goede testrijder volgens Mark Webber aan moet voldoen

Voormalig Formule 1-coureur en Le Mans-winnaar Mark Webber kan terugkijken op een indrukwekkende racecarrière. De Porsche ambassadeur en testrijder vertelt over wat een goede testrijder eigenlijk is en over de overeenkomsten en verschillen in het testen van race- en straatauto’s.

In een ideale wereld zijn coureurs ook goede testrijders die ingenieurs kunnen helpen om het ontwerp van een auto te verbeteren. Hoeveel tijd besteedt een coureur aan testritten in vergelijking met de training op het circuit?

Ik schat dat ik dertig procent test en zeventig procent race. Hoewel de meeste coureurs niet bepaald staan te springen om rijtests uit te voeren, weten we allemaal dat dit nodig is als je de auto wilt verbeteren. Een testrijder moet in elk opzicht zijn grenzen kunnen verleggen: dat is zijn taak. Het is de enige manier om gegevens te krijgen waar je echt wat aan hebt.

Moet een coureur elk technisch detail van zijn auto kennen?

Nee. Het is natuurlijk nuttig om een ​​algemeen begrip te hebben van een auto, maar het is vrijwel onmogelijk om alle complexe technologie te kennen. Daarom is het allerbelangrijkste om me te focussen op nieuwe zaken waar de ingenieurs zich mee bezighouden en waarbij ik kan helpen om de auto te verbeteren. Maar testrijders hoeven geen technische experts te zijn, net zoals ingenieurs geen coureurs hoeven te zijn.

Als je een raceauto test, volg je dan een vooraf gedefinieerd, gedetailleerd plan dat de ingenieurs hebben opgesteld? Of test je meer intuïtief?

Bij de meeste testritten volg ik een gespecificeerd, zorgvuldig uitgewerkt ontwikkelingsplan. Veel zaken worden van tevoren getest, dan nog off-site. Maar eenmaal op het circuit probeer je live te testen wat achter een computer is bedacht en doe je waar je goed in bent. Natuurlijk kom je tijdens die testritten regelmatig interessante problemen tegen die vervolgens gedetailleerd worden onderzocht. Ik zou zeggen dat zo’n tachtig procent van het testwerk verloopt zoals het gepland is. Twintig procent is improvisatie.

Vertrouwen ingenieurs op hun eigen meetgegevens of op de coureur?

Exacte meetgegevens zijn ongelooflijk belangrijk, dat valt niet te ontkennen; data krijgt steeds meer belang. Inmiddels kunnen de technici elke stuurbeweging nagaan en traceren. Maar het gebeurt nog steeds dat de gegevens niet kloppen en in die gevallen is het erg belangrijk om op mijn instincten te vertrouwen.

Welke vaardigheden heeft een testrijder nodig?

Je moet een zeer consistente rijstijl hebben, omdat er tal van andere parameters zijn die blijven wisselen zoals de banden en de grip. Dus je rijstijl moet absoluut stabiel zijn. Daarnaast moeten testrijders een gezonde band hebben met de ingenieurs - daar is geen ruimte voor persoonlijke frictie. Het moet een goed huwelijk zijn. Je moet durven toegeven dat de stopwatch nooit liegt en kritiek moet je nooit persoonlijk nemen. Zelfs als het technische team werd geleid door mijn moeder, zou ik haar zo nodig zeggen: "Mam, dit is nog niet goed genoeg".

Welke bevindingen die je bij het testen van racewagens tegenkomt zijn te gebruiken bij de ontwikkeling van productieauto’s?

Met name het ontwikkelen van nieuwe materialen en nieuwe bandentechnologie. Technologische vernieuwingen zoals remmen met ABS en turbotechniek vonden ook hun oorsprong in de motorsport.

Waarin verschillen de tests voor racewagens en productieauto's?

Raceauto's moeten overleven in een concurrerende omgeving. Dus deze tests zijn veel extremer. Het testen van productieauto's richt zich meer op veiligheid.