Leusden,
20
oktober
2020
|
06:00
Europe/Amsterdam

Voltooid toekomende tijd

Wanneer Michael Mauer, hoofd design bij Porsche, iets ontwerpt voor morgen, denkt hij eerst aan overmorgen. Vanaf daar voert de weg weer terug naar het morgen van de toekomst. Een reis door de tijdzones tussen vooruitdenken en terugkeren.

Vandaag

Waaraan denkt de ontwerper in de morgen? Hij denkt aan morgen. Een woordspeling met een hoge realiteitswaarde. Het is de taak van een ontwerper om over het heden heen kijkend zicht op de toekomst te houden – eigenlijk altijd. Dat moet in het DNA zitten. Als je het denkproces van een ontwerper tot in de kleinste details bestudeert, zul je zelfs opmerken dat hij of zij niet echt in het heden leeft, maar altijd een stap vooruit is, vergelijkbaar met een ‘juridische seconde’ in de advocatuur. Laten we het hier de ‘esthetische seconde’ van een ontwerper noemen. Het is voor hem of haar nog steeds relevant om de vormen van het verleden te kennen en kennis te hebben van de effecten daarvan, maar de oriëntatie is op de toekomst. Dit is over het algemeen zo, maar geldt met name voor vormgevers in de automobielindustrie.

Terug naar de toekomst

Bij Porsche denken we in eerste instantie heel ver vooruit, om vervolgens terug te keren naar de nabije toekomst, naar morgen – hoofd design Michael Mauer noemt dit ‘forecasting and backcasting’.

Deze bijzondere esthetische seconde als metronoom van het heden is vanzelfsprekend onvoldoende om een toekomstige Porsche 911 te tekenen die pas over vier of vijf jaar zal rondrijden. Hoe weet een ontwerper dan hoe een toekomstig eigentijds silhouet eruitziet?

Het is eerder mechanica dan mythe. Het is niet de kus van een muze die toekomstige vormfascinatie uitbeeldt, maar een sprong in de tijd. De Amerikaanse psychoanalyticus Stephen Grosz formuleerde het zeer treffend: “De toekomst is geen oord waar wij heen gaan, maar een idee in ons huidige bewustzijn. Iets dat we zelf creëren en dat ons richting geeft.” Om het morgen te kunnen vormgeven, moet een ontwerper dus eerst het overmorgen verkennen.

De toekomst gestalte geven

Het analyseren van vroegere vormen en hun effecten zijn onderdeel van het vak. Maar om de toekomst van morgen te kunnen verbeelden, moet de fantasie van overmorgen ongebreideld en radicaal zijn.

Overmorgen

Overmorgen, het tijdperk dat minstens dertig jaar in de toekomst ligt, krijgt in het hoofd van een ontwerper gestalte door de ontwikkelingen te bestuderen en zich voor te stellen hoe deze – extreem geëxtrapoleerd – van invloed zouden kunnen zijn op overmorgen. Bijvoorbeeld perfecte 3D-hologrammen die het mogelijk maken om elke afstand in een oogwenk te overbruggen. Of: piepkleine megamotoren met een rendement van meer dan 99 procent die onbeperkt de inmiddels kosteloze energie leveren.

Om deze enorme tijdsprong te kunnen maken, wordt de techniek van ‘radicalisering van de verbeelding’ gebruikt. Je wordt niet een beetje visionair, maar ongebreideld, absoluut, radicaal. Doug Chiang, hoofdontwerper van Star Wars, beheerst dit mechanisme tot in de perfectie. Alleen zo kan hij het universum van Luke Skywalker bedenken.

Eenmaal in de wereld van overmorgen, zien we een veelzijdige ruimte van mogelijkheden. Een ontwerper ziet radicale visies op een toekomstig heden. Beelden verschijnen, veranderde relevanties worden zichtbaar en idealen kunnen worden getoetst. Waarvoor vandaag geen alternatief lijkt te bestaan, kan overmorgen verdwenen zijn. En deze excursie naar overmorgen verandert ook de deelnemer zelf. Zoals Grosz zegt: tijdreizen transformeert de tijdreiziger. En dat is precies de beoogde verandering. Het vormt nieuwe perspectieven op het gebruik van objecten, zoals auto’s, mobiele telefoons of geld. Verrijkt met deze kennis, reist een ontwerper nu verder en tegelijkertijd terug: naar morgen.

“De toekomst is geen oord waar wij heen gaan, maar een idee in ons huidige bewustzijn. Iets dat we zelf creëren en dat ons richting geeft.”

Stephen Grosz

Morgen

In gedachten weet de ontwerper nu waar het merk Porsche in een verre toekomst zal staan en voorziet dan de nabije toekomst, het morgen. Die voelt nu onwerkelijk vertrouwd aan. Tegen de verre achtergrond van overmorgen ziet een ontwerper nu vol zelfvertrouwen de toekomst van morgen.

Om zijn of haar werk te doen en van het visionaire terug te keren naar de realiteit – dus om de zeer concrete vorm te definiëren die over vier tot zes jaar perfect zal passen in het merkbeeld en de voortgeschreden tijdgeest – moet de Porsche-ontwerper tweedimensionaal gaan denken. Dat wil zeggen: eerst de logische voortzetting van het bestaande verbeelden. Het mooie perfectioneren tot het ideale. Maar juist wanneer vanuit het perspectief van vandaag optische perfectie is gecreëerd, wordt die verbroken. Er wordt een zorgvuldig gecomponeerde dissonantie toegevoegd. Ik noem dat de ‘Claudia-Schiffer-paradox’.

De bijna perfecte schoonheid werd jarenlang belichaamd door het Chanel-model Claudia Schiffer. Welhaast vermoeiend mooi. Wij ontwerpers voegen daarom een contrast toe aan het perfecte ideaal. Bij Schiffer zou dat wellicht een spleetje tussen de tanden kunnen zijn. Want charisma komt voort uit contrast. Uit perfectie plus een tegenstrijdigheid.

Goede ontwerpers doen dit eigenlijk intuïtief, want zij denken vaak ver vooruit, maar nooit rechtlijnig: zij denken turbulent.