Leusden,
08
maart
2020
|
06:00
Europe/Amsterdam

Under pressure

Ooit was het woord ‘turbo’ synoniem aan brute kracht. Tegenwoordig blinken turbomotoren juist uit in souplesse en efficiency.

Het onderdeel ziet eruit als een slakkenhuis, maar het maakt de auto een stuk sneller. Sinds de vroege jaren 70 gebruikt Porsche de turbo om het motorvermogen op te voeren. De 917/30 had meer dan 1100 pk, en domineerde in 1973 de Noord-Amerikaanse CanAm-raceserie. Een jaar later verscheen het eerste productiemodel met turbomotor: met de 911 Turbo (260 pk) trad Porsche toe tot de sportieve elite van de auto-industrie.

Om verzekerd te zijn van homologatie in de autosport, wilde Porsche in eerste instantie maar 500 exemplaren bouwen. De klanten stonden echter in de rij voor de nieuwe opper-911 met zijn gespierde plaatwerk en reusachtige achterspoiler. In 1977 kreeg de 911 Turbo een 3,3-liter motor met 300 pk, maar verder bleef de auto tot 1988 haast ongewijzigd.

Een turbo werkt als volgt: door het slakkenhuis stromen uitlaatgassen. Deze brengen een schoepenwiel in beweging. Dit schoepenwiel staat in verbinding met een compressorwiel, dat de aangevoerde lucht onder druk naar de cilinders stuwt. Vermengd met de ingespoten brandstof, levert dit een zeer efficiënte verbranding op. Maar er zijn ook nadelen: de temperatuur van het turbinehuis kan wel tot 1000 graden Celsius oplopen. Onder optimale omstandigheden mag de aangevoerde lucht, voordat het de cilinders betreedt, hooguit 20 graden warmer zijn dan de buitentemperatuur. Anders verliest de lucht zijn dichtheid, wat het verbrandingsproces nadelig beïnvloedt. Andere uitdagingen zijn de drukopbouw en de controleerbaarheid van de laaddruk.

De enorme stappen die de turbo sinds 1974 heeft gemaakt, komen voor een belangrijk deel op conto van Porsche. De beruchte krachtexplosieve als gevolg van de trage drukopbouw (turbogat) is volledig beteugeld; een moderne turbomotor reageert net zo spontaan op het gaspedaal als een grote atmosferische motor. Ook op het gebied van efficiency en souplesse valt niet meer aan de turbo te ontkomen.

Porsche 911 Turbo (930)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met een maximum laaddruk van 0,8 bar leverde de 3,0-liter motor 191 kW (260 pk). De turbo was echter pas bij 3500 tpm volledig op druk. In 1977 verscheen de 911 Turbo 3.3, die met een groter compressiewiel en een intercooler een vermogen van 221 kW (300 pk) leverde.

Bouwwijze: enkele turbo
Cilinderinhoud: 3299 cm3
Max. laaddruk: 0,8 bar
Vermogen: 300 pk
Max. koppel: 412-430 Nm

Porsche 959

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De productieversie van de 959 verscheen in 1986. Deze hightech supercar beschikte over een sequentieel laaddruksysteem met twee turbo’s van verschillend formaat. Porsche had een elektronisch drukcontrolesysteem ontwikkeld; de cilinderkoppen werden met water gekoeld.

Bouwwijze: 2 turbo’s (sequentieel)
Cilinderinhoud: 2850 cm3
Max. laaddruk: 1,0 bar
Vermogen: 450 pk
Max. koppel: 500 Nm

Porsche 911 Turbo 3.3 (964)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In eerste instantie beschikte de 911 Turbo over een 3,3-liter motor met 235 kW (320 pk). Dankzij een driewegkatalysator voldeed de motor aan de strengste emissienormen. In 1993 verscheen de 3,6-liter motor, die 265 kW (360 pk) leverde.

Bouwwijze: turbo
Cilinderinhoud: 3299 cm3
Max. laaddruk: 0,8 bar
Vermogen: 320 pk
Max. koppel: 450 Nm

Porsche 911 Turbo (993)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 1995 verscheen de laatste luchtgekoelde 911 Turbo. Voor het eerst werden in een seriemodel twee turbo’s gebruikt. Deze werkten parallel: ze beademden elk één cilinderbank. In zijn meest radicale vorm – de 911 GT2 – had de auto een vermogen van 330 kW (450 pk).

Bouwwijze: 2 turbo’s (parallel)
Cilinderinhoud: 3600 cm3
Max. laaddruk: 0,8 bar
Vermogen: 408 pk
Max. koppel: 540 Nm

Porsche 911 Turbo S (996)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Net als alle andere 911’s, hadden de 911 Turbo en Turbo S een watergekoelde motor. Vanaf 2004 verscheen VarioCam Plus, met aan de inlaatzijde een verstelbare nokkenas en variabele kleplichthoogte. De Turbo S had standaard Porsche Ceramic Composite Brakes (PCCB).

Bouwwijze: 2 turbo’s (parallel)
Cilinderinhoud: 3600 cm3
Max. laaddruk: 0,9 bar
Vermogen: 450 pk
Max. koppel 620 Nm

Porsche 911 Turbo (997)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2006 maakte de turbo met variabele turbinegeometrie zijn opwachting. Door de hoek van de schoepen te veranderen, kwam de turbo veel sneller op druk. Bij de ontwikkeling van de nieuwe turbo maakte Porsche gebruik van materialen uit de ruimtevaart.

Bouwwijze: 2 turbo’s (parallel)
Cilinderinhoud: 3600 cm3
Max. laaddruk: 1,0 bar
Vermogen: 480 pk
Max. koppel: 620 Nm (bij overboost)

Porsche 911 Turbo S (992)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doordat de twee turbo’s gespiegeld werkten, konden de katalysatoren van de nieuwe motor na de koude start veel sneller op bedrijfstemperatuur worden gebracht. Ook het uitlaatsysteem met verbeterde regulering van de onderdruk kwam de efficiency ten goede.

Bouwwijze: 2 turbo’s (parallel)
Cilinderinhoud: 3800 cm3
Max. laaddruk: 1,4 bar
Vermogen: 650 pk
Max. koppel: 800 Nm