Leusden,
28
juli
2018
|
07:00
Europe/Amsterdam

Porsche’s boxertraditie

Bij veel Porsche liefhebbers gaat het hart sneller kloppen van de boxermotor. Maar wat maakt dit type motor nou eigenlijk zo bijzonder?

De boxermotor weet niet alleen de emoties te prikkelen, hij biedt ook tal van technische voordelen. Al in 1896 ontwikkelde Carl Benz een motor met twee tegenover elkaar liggende cilinders. Deze zogenaamde ‘contramotor’ had een inhoud van zo’n 1,7 liter en leverde 5 pk.

Aan de basis van Porsche’s rijke boxertraditie staat de Volkswagen Kever. In de allereerste auto die zijn naam droeg – de 356-001 – legde Ferry Porsche een 1,1-liter vie

rcilinder uit de Kever, met 26 kW (35 pk). Tot de komst van de 996 zouden nog vele luchtgekoelde boxermotoren volgen met als hoogtepunt het topmodel uit de 993-reeks, de 911 Carrera RS. De atmosferische 3,8-liter zescilinder van dit model leverde een vermogen van 221 kW (300 pk), terwijl de 911 Turbo het zelfs tot 331 kW (450 pk) schopte.

Ideale motor voor een sportwagen

De luchtgekoelde boxermotor is licht en laag en zodoende ideaal voor toepassing in een sportwagen. Door de liggende cilinders is een veel lager zwaartepunt mogelijk dan bij een lijn- of een V-motor. Hoe lager het zwaartepunt hoe sportiever de rijeigenschappen. In de 911 leunt het gewicht van de motor op de achterwielen wat de auto een geweldige tractie geeft.

De boxermotor, en dan vooral die met zes cilinders, levert bovengemiddeld beschaafd zijn werk. Doordat de krukas optimaal in balans is kan een sportieve boxermotor met korte slag moeiteloos lange tijd een hoog toerental vasthouden.

Een ander belangrijk voordeel van Porsche’s zescilinder boxer is een beperkte toename van het verbruik wanneer het vermogen wordt opgeschroefd. De boxermotor is relatief licht gebouwd, houdt het zwaartepunt laag, klimt gretig in de toeren en levert een hoog specifiek vermogen. Dat maakt de 911-motor zeer veelzijdig in het gebruik.

De boxermotor is overigens wel complexer gebouwd dan een conventionele lijnmotor. Voor beide cilinderbanken is een afzonderlijke klepbediening, koeling en inspuiting noodzakelijk. Doordat de cilinders relatief ver uit elkaar staan en een goede luchtgeleiding mogelijk is, is de boxer ideaal voor luchtkoeling. Dat Porsche in de 996 uiteindelijk afscheid nam van luchtkoeling, had alles te maken met de overstap naar vierkleppentechniek. Alleen daarmee was het mogelijk om het vermogen verder op te sch

roeven, maar gelijktijdig een lager verbruik en betere emissiewaarden te realiseren.

Maar dat is vooral interessant voor de liefhebbers van watergekoelde boxers. Op dit moment is er nog geen club opgericht voor deze groep. Maar mocht de watergekoelde boxer ook ooit verdwijnen, dan zal daar ongetwijfeld verandering in komen.