Leusden,
20
mei
2019
|
09:33
Europe/Amsterdam

Porsche Museum viert 50 jaar 914

Met de 914 was Porsche in 1969 de eerste Duitse autofabrikant die een sportwagen met een middenmotor op de markt bracht. Om dit vijftigjarig jubileum te vieren nodigt het Porsche Museum alle fans van de legendarische tweezitter uit voor de gratis toegankelijke ‘Typical Porsche Day’ op zondag 2 juni, de start van de tentoonstelling ‘50 Years of the 914 – Typically Porsche’. Inmiddels hebben zich al meer dan 120 eigenaren voor de dag opgegeven, waaronder een aantal Nederlanders. 

Niet alleen toont het museum bijzondere modellen op de tentoonstelling '50 Years of the 914 – Typically Porsche’, maar ook is een aantal 914-experts aanwezig tijdens de ‘Typical Porsche Day’ op 2 juni. Zo is de vroegere ontwikkelingsingenieur Roland Kussmaul van de partij, net als de voormalige chassisontwerper en autocoureur Hans Claus Ecker, ingenieur en coureur Günter Steckkönig en de schrijver van vele Porsche boeken Jürgen Lewandowski. Zij gaan dieper op de geschiedenis van de Porsche 914 in. Designer Anthony Hatter van Style Porsche probeert met de voormalige Porsche development engineer Jürgen Kapfer en productontwikkelaar voor racewagens Hermann-Josef Steinmetz antwoord te geven op de vraag waar de roots van het middenmotorconcept bij Porsche liggen, wat de toekomst van de middenmotor is en waarom de middenmotor ook vandaag de dag nog typisch Porsche is.

Spectaculaire exemplaren

Hoe divers de 914 is en voor welke modellen de auto als basis diende, blijkt uit twaalf spectaculaire exemplaren die het museum bijeen heeft gebracht. Niet alleen de seriemodellen 914/4 met de viercilinder boxermotor van Volkswagen en 914/6 met de zescilinder uit de 911 T zijn te zien, maar ook de allereerste ooit gebouwde 914 en een van de twee Porsche prototypes met een achtcilinder racemotor. Uiteraard ontbreekt ook de 914/6 GT niet op de bijzondere tentoonstelling, net als de eerste safety car ter wereld die in 1972 al was uitgerust met nieuwe veiligheidssystemen en een modern brandblussysteem. Uit particulier bezit stamt een gerestaureerde 914 waarin een 257 kW/350 pk sterke V8-motor van de 928 GTS is gelepeld. Ook een van de tien geproduceerde 916’s is aanwezig. Daarnaast toont het museum creaties die op basis van de VW-Porsche zijn gemaakt zoals die van de beroemde auto-ontwerper Albrecht von Goertz en de Franse carrosseriebouwer Heuliez.

De 914 had pure Porsche-genen en bewees dat op het circuit. Een drievoudige overwinning op de Marathon de la Route 1970 op de Nürburgring werd het grootste succes van de 914-fabrieksauto's. Ook privéteams behaalden veel successen in en buiten Europa waarvan de GT-klasse overwinning op Le Mans van Team Sonauto zeer aansprekend was. 

Tweede sportwagenserie voor jonge Porsche-klanten

In het midden van de jaren zestig wilde Porsche zijn marktpositie verbreden met een sportwagen in het veelbelovende segment onder de 911. Het was voor het kleine bedrijf Porsche achter niet mogelijk om dat project alleen te draaien. In Volkswagen vond Porsche een partner. Dat merk zocht namelijk een opvolger voor de Karmann Ghia sportcoupé, Type 34 voor de kenners. Ferry Porsche en VW-CEO Heinrich Nordhoff schudden er in 1960 de hand op. Maar toen Nordhoff in 1968 plotseling overleed, dreigde het project te stranden. Kurt Lotz, de nieuwe CEO van VW, en Ferry Porsche bedachten een oplossing en richtten de VW-Porsche Vertriebsgesellschaft op. In Europa zou het model worden vermarkt als VW Porsche. Hij was leverbaar als 914 met een viercilinder motor van Volkswagen en als 914/6 met een zescilinder uit de 911 T.

De VW-motor was een compleet nieuwe ontwikkeling en de eerste productiemotor met injectie. De 1,7-liter viercilinder ontwikkelde 59 kW/80 pk bij 4900/tmin. Dat resulteerde in aansprekende cijfers - voor die tijd tenminste - zoals een acceleratie tot 100 km/u in dertien seconden en een top van 177 km/u. De zescilinder boxermotor uit de 911 T was een stuk potenter. Uit zijn 2,0-liter inhoud perste het blok er 81 kW/110 pk bij 5800/tmin uit. De 914/6 was dus niet alleen veel sterker, maar hing ook veel beter aan het gas dan zijn broer met VW-techniek. Met een drooggewicht van 900 kilo en 940 kilo bij de zescilinder hadden beide modellen een zeer gunstige pk-gewichtsverhouding.

Twee unieke prototypes

Dat het altijd weer beter kon bewees Porsche met twee inmiddels legendarische modellen: de 914/8 met de 3,0-liter achtcilinder van de Porsche 908 racer die de circuits in de jaren zeventig domineerde. De motor van de eerste auto kwam dankzij z’n injectiesysteem tot ongeveer 220 kW/300 pk; ontwikkelingschef Ferdinand Piech reed met het oranje exemplaar. De tweede auto was voorzien van een achtcilinder met carburateurs die 191 kW/260 pk leverde. Ferry Porsche kreeg ‘m cadeau voor zijn zestigste verjaardag. Beide exemplaren bereikten een top van ongeveer 250 km/u; ze vormden de basis voor de 916.

Succesvol op de markt

De onderscheidende tweezitter met het karakteristieke Targa-dak was vooral bedoeld voor jongere kopers. Met een basisprijs van oorspronkelijk 11.955 DM ontwikkelde de Porsche 914-serie zich tot een bestseller. Tussen 1969 en 1975 werden 115.631 exemplaren van de 914/4 bij Karmann in Osnabrück gebouwd. Daarmee is de VoPo - zoals hij door liefhebbers wordt genoemd - een van de bestverkochte sportwagens ter wereld. De meeste exemplaren gingen naar de Verenigde Staten waar de 914 als een pure Porsche bij de dealer stond, dus zonder de toevoeging VW. In de VS werd hij in 1970 uitgeroepen tot ‘Importwagen van het jaar’. Een stuk exclusiever is de 914/6. Het is een witte raaf die Porsche tussen 1969 en 1972 slechts 3.338 keer bouwde.