Leusden,
16
februari
2018
|
07:00
Europe/Amsterdam

Onvergetelijk

Onvergetelijk

Zestig jaar geleden staakte Porsche de productie van de legendarische 550 Spyder. Lew Bracker reed toen zijn laatste race. Voor de Amerikaan vormde de 550 Spyder een belangrijk onderdeel van zijn vriendschap met James Dean.

Voorzichtig opent Lew Bracker het portier van de zilvergrijze 550 Spyder. Hij glijdt soepel in de stoel en legt zijn handen op het stuur. Op het circuit van de exclusieve Thermal Club in zuidelijk Californië richt hij zijn blik strak op de Mecca Hills in de verte. “Dit is net als thuiskomen.” Bracker reed zestig jaar geleden zijn laatste race. De lichtgewicht 550 Spyder, die nu miljoenen waard is, brengt hem terug naar de jaren ’50 van de vorige eeuw. Destijds reed de nu 89-jarige Bracker regelmatig met Porsches door het zuiden van Californië, samen met zijn beste vriend Jimmy – beter bekend als James Dean.

Voor Bracker en Dean was racen een passie

Op 18 september 1955 zag Lew Bracker bij Competition Motors in Hollywood voor het eerst een 550 Spyder. ‘s Avonds vertelde hij James over de zilvergrijze racewagen. Beide twintigers spraken eindeloos over auto’s, racen en – vooral – Porsches. Drie dagen later stond Jimmy bij Lew voor de deur met de 550 Spyder. Hij had zijn witte Porsche 356 Speedster bij Competition Motors ingeruild. “Ik ben daarna snel mijn rode 356 Speedster gaan ruilen voor de auto van Jimmy,” vertelt Lew. Negen dagen later, op 30 september 1955, verongelukte Dean, toen hij vanuit Los Angeles onderweg was naar een race in Salinas, zo’n 600 kilometer noordwaarts. Het was pas zes maanden nadat hij was doorgebroken in East of Eden. De jonge filmster werd veel te vroeg een legende – en de 550 Spyder zou voor altijd met hem worden geassocieerd.

Plannen voor een Porsche-dealerschap

Lew en James leerden elkaar in juni 1954 kennen in de Green Room, een restaurant op het terrein van Warner Brothers. Had James nu nog geleefd, dan zouden ze nog steeds de beste vrienden zijn, daarvan is Lew overtuigd. Ze deelden niet alleen een voorliefde voor auto’s, maar ook voor muziek en films. Ze smeedden mooie plannen: James, die maar weinig mensen in Hollywood vertrouwde, wilde dat Lew zijn films ging produceren. Ook zouden ze samen een restaurant openen, evenals een Porsche-dealerschap. Het bedrijf moest James Dean Motors gaan heten. Lew was een liefhebber van Amerikaanse auto’s. Hij had een open Oldsmobile en kocht daarna een Buick Century. Maar Jimmy’s enthousiasme voor de compromisloze sportwagens uit Duitsland bracht hem al snel bij Porsche. De twee maakten menig snelle rit, door nachtelijk Los Angeles, over de bochtige Mulholland Drive en door de canyons buiten de stad, waar destijds nog heel weinig verkeer was.

Brackers eerste race op Santa Barbara Road

Dean stond ook aan de wieg van Brackers racecarrière. In september 1955 debuteerde hij tijdens de Santa Barbara Road Races met zijn rode Speedster en de helm van James op. “Hij gaf me zijn helm cadeau, en zette er zijn handtekening op,” vertelt Lew. Jimmy was zelf ook nog een rookie; door een clausule in zijn contract met Warner Brothers reed hij in zijn leven maar drie races. Tot 1957 startte Lew zo’n veertig keer, met verschillende Porsches en altijd met startnummer 113. “Jimmy en ik wilden heeft liefst nummer 13, maar dat werd ons door de California Sports Car Club en de Sports Car Club of America geweigerd. Blijkbaar waren ze daar bijgelovig. Daarom koos Jimmy voor 130 en ik voor nummer 113.” Lew won zes races, werd vijf keer tweede en vijf keer derde, en was enige tijd de meest succesvolle coureur van de Westkust. Lew Bracker was geen fabriekscoureur, maar werd ondersteund door lokale dealers die het publiek kennis wilden laten maken met het nog jonge merk Porsche. “Aanvankelijk werd de 356 Carrera slecht verkocht, dus moest hij races winnen. Dat was nou eenmaal de beste reclame.” Lew droeg zijn steentje bij, bovendien bracht hij Porsche ertoe de Carrera Speedster ook in het zwart aan te bieden. “Eerst wilde Porsche dat pertinent niet, maar ik stond erop,” grijnst Bracker. “Ik heb talloze keren moeten uitleggen dat een zwarte auto opvalt en eigenzinnig was.” In Lews huis in Palm Springs hangen foto’s waarop hij te zien is in een zwarte Carrera, met een zwarte race-overall en een zwarte helm. “Nog iets dat ik te danken heb aan Jimmy. Hij kocht een zwarte race-overall voor zichzelf, en ik dacht ‘Tjonge, dat ziet er goed uit!’.”

Voorbeeld: Juan Manuel Fangio

Lew’s grote voorbeeld was de Argentijnse vijfvoudig Formule 1-kampioen Juan Manuel Fangio. Zijn rijstijl was vergelijkbaar. “In bochten vond ik altijd weer een snellere lijn dan de overige coureurs, maar ik raakte nooit de vangrails en ben nooit gespind. Ik reed vloeiend en snel,” omschrijft Bracker zijn rijstijl. En James? “Het tegenovergestelde. Hij reed als Stirling Moss, het was alles of niets. Vriendelijk voor de techniek was hij beslist niet.” James heeft echter nooit de kans gekregen om zijn rijstijl te polijsten, wil Lew benadrukken. In 1957 reed Bracker zijn laatste race in een 356 Carrera. “Ik ben van het ene op het andere moment gestopt met racen. Toen mijn vrouw zwanger raakte, had ik het gevoel dat ik als vader nooit meer dezelfde coureur kon zijn.” Lew werkte als assuradeur, handelde in aandelen en was in dienst van een investeringsbank. In 2013 schreef hij Jimmy & Me, over zijn vriendschap met James Dean. 58 jaar lang had hij er met geen woord over gesproken. “Ik heb het allemaal verdrongen,” legt hij uit. Lew was in hun stamkroeg, Villa Capri in Hollywood, toen hem het nieuws van James’ fatale ongeval bereikte.

Lew pakt een stoffige attachékoffer en haalt er wat oude kranten uit. In een vergeeld exemplaar van de Los Angeles Times staat een interview met James, waarin hij zich weinig enthousiast uitlaat over de vergelijkingen met Marlon Brando. In een editie van de Fairmont News staan enkele artikelen over Dean’s dood en de begrafenis in Fairmont, de kleine stad in Indiana waar James opgroeide bij zijn tante en haar man. Lew was bij de begrafenis op 8 oktober 1955. Met een nieuwe 1600 Speedster reed hij in het voorjaar van 1956 naar Indiana om James’ pleegouders te bezoeken. Dean’s neef Marcus Winslow Jr. kan het zich nog goed herinneren: “Ik was 12 jaar oud toen ik samen met Lew door de buurt reed met zijn Speedster. Ik had toen nog nooit in een Porsche gezeten.” Winslow Jr. woont nog steeds op de boerderij van zijn ouders en heeft nog altijd contact met Bracker. “Lew is net als wij,” zegt hij. “Hij is Jimmy nooit vergeten.”