Leusden,
06
juni
2020
|
06:00
Europe/Amsterdam

Het blauwe wonder

Een Porsche 356 C lag bijna 42 jaar in een onopvallend pakhuis in Essen verstopt achter een lading autobanden. Ze sliep de ultieme Doornroosje-slaap totdat ontdekkers de 356 vonden, haar wakker kusten en de klassieke Porsche in oude glorie herstelden.

Duitsers noemen het zo mooi een ‘Scheunenfund’, oftewel ‘schuurvondst’. Welke autoverzamelaar droomt er niet van om een vergeten klassieker in een bouwvallig schuurtje aan te treffen? Zoals de legendarische Baillon-collectie die in 2014 in de vervallen stallen van een Frans kasteel werd aangetroffen. Of een hooiberg in de Allgäu, waar een heel vroege Volkswagen Brilkever werd gevonden. In dit geval was het gewoon een opslagmagazijn in Essen waar in de zomer van 2017 achter een stapel banden een 356 C werd gevonden. De Porsche was bijna 42 jaar vergeten.

Maar hoe kwam deze Porsche uit 1964 daar terecht? Claus Meirich, die de schuurvondst op wielen voor 20.000 euro de zijne maakte en hem in twee jaar tijd met een team van experts en vrienden terug in nieuwstaat bracht, kent de geschiedenis. “De laatste eigenaar, een bandenhandelaar uit Essen, was alcoholist. Hij meldde de auto die hij kort voor kerst 1975 had gekocht af bij de Duitse RDW met maar 79.000 kilometer en zette de auto in een opslag. Daar werd hij door hem totaal vergeten.”

Claus Meirich (67) uit het Duitse Bochum is een fan van luchtgekoelde auto’s en is al meer dan dertig jaar besmet met het Porsche-virus. Met een ingenieursdiploma op zak bouwde hij het machinebouwbedrijf MTE Duitsland op. Hij verkocht twee jaar geleden zijn belangen in het bedrijf en geniet sindsdien uitgebreid van zijn hobby: klassieke auto’s. "Tot nu toe had ik altijd 911's in topconditie. Maar het idee om iets uit de autohistorie nieuw leven in te blazen inspireerde me.”

De 356 C met de zeldzame kleurencombinatie van Emailblau 6403 en het rode interieur werd op 11 juni 1964 op naam gezet door MAHAG, de Porsche dealer in München. De eerste eigenaar reed er in acht jaar meer dan 67.000 kilometer mee en verkocht ‘m in 1972 aan een verzekeringsagent uit Krefeld. Die verkocht de Porsche aan de bandenhandelaar in Essen, de laatste eigenaar. Die herinnerde zich na jaren ineens dat hij z’n 356 in een loods had weggezet en vertelde dat aan iemand uit de Porsche-scene. Die aarzelde geen moment, kocht de matching numbers-schuurvondst met alle originele documenten en verkocht de Porsche gelijk weer door aan Claus Meirich.

Na de eerste inventarisatie was er goed en slecht nieuws voor Meirich: de viercilinder boxermotor en de transmissie zaten er nog gewoon bij, net als bijna alle andere onderdelen die in, op of rond de auto waren opgeslagen. Ook het interieur was compleet, alleen hadden muizen zich tegoed gedaan aan de tapijten en stoelen. Maar Meirich realiseerde zich al snel dat een volledige restauratie onvermijdelijk was. De Porsche had namelijk enorme roestvorming. De restauratie kostte Meirich uiteindelijk €125.000 waarbij alleen al het werk aan de carrosserie en het spuitwerk een jaar kostte.

De complete bodemplaat was bijvoorbeeld doorgerot, met dank aan de pekel in München. Ook een revisie van de 75 pk-motor kon niet worden vermeden. Het startschot voor de restauratie werd in de zomer van 2017 gegeven; tijd was geen issue. In een voormalige bioscoop die werd omgebouwd tot een werkplaats voor klassiekers werd de 356 tot de laatste schroef gedemonteerd.

Claus Meirich vond ondersteuning van een netwerk van 356-experts in het Ruhrgebied. Het Glasurit spuitwerk werd volgens de specificaties van Porsche Classic verricht. Omwille van de originaliteit is een enkellaagse lak zonder blanke lak aangebracht. Volgens Meirich was plaatwerk de grootste kostenpost en ook de meest tijdrovende. De neus die uit één deel bestaat, de accubak en dorpels, de hele bodemplaat, de binnenschermen, de langsdragers, de assteunen en de buitenpanelen van de portieren werden vervangen. En dat precies zoals Porsche dat in 1964 had gedaan. De boxermotor, de versnellingsbak, het chassis. de remmen en het interieur waren in december 2018 klaar, volledig in nieuwstaat. Bij de stoelen werden alleen de brokaatrode middenbanen vervangen met nieuw materiaal; wat overbleef zorgt voor een prachtige vleug patina.

Waar mogelijk gebruikten Meirich en zijn team originele ‘oude’ onderdelen, vaak nog uit de magazijnen van Porsche Classic die de onderdelenvoorziening perfect op orde heeft. Meirich: "Er zijn twee of drie adressen die binnen twee dagen bijna alles van de 356 kunnen leveren." Nadat de body terugkeerde van de spuiter begon op 3 januari 2019 de montage. De zogeheten Hochzeit waarbij motor en body worden samengevoegd vond 4 mei plaats. Na 24 maanden en 2.000 werkuren was ‘het blauwe wonder’ in de zomer klaar.

Porsche bouwde de 356 C en SC tussen medio 1963 en april 1965. Voor het eerst werd een productie-Porsche afgeleverd met schijfremmen; een kenner herkent ‘m aan de platte wieldoppen zonder Porsche embleem. Meirich schat dat er momenteel nog zo’n 300 in Duitsland rijden waarvoor tussen de 80.000 en 150.000 euro wordt betaald. Overigens rijden in Nederland nog zo’n 500 356’s rond van alle modeljaren, waarvan 48 auto’s die door importeur Pon zijn geleverd.

Een mooi detail in het interieur van de blauwe 356 C is de originele Blaupunkt Frankfurt-radio. De meters glanzen zoals voorheen, deurgrepen en raamslingers staan – natuurlijk - ​​parallel aan elkaar onder de (juiste) hoek van 45 graden. Aan de buitenkant springen de zeldzame Hella-lampen in het oog, evenals de rozetten van de achterbumper waar de uitlaatpijpen doorheen lopen.

Hoe hard rijdt Claus Meirich met z’n de 356? “120 km/u is een mooie snelheid, dan draait de motor zo’n 4.500 toeren. Ik gebruik alleen de beste 102 octaanbrandstof; het verbruik is 10 l/100 km. Bij elke derde tankbeurt gooi ik er een halve liter olie bij.” Dan valt nog op hoe diep de Lemmerz velgen in de wielkasten liggen. "Af-fabriek kun je spoorverbreders krijgen,” zegt Meirich. “Maar die hoef ik niet. Mijn 356 moet namelijk absoluut origineel blijven.”