Leusden,
22
november
2018
|
12:43
Europe/Amsterdam

Het 911 G-model: focus op innovatie

Op 27 november (28 november Nederlandse tijd) presenteert Porsche de achtste generatie van de 911 in Los Angeles, 55 jaar na het debuut van de originele 911. Reden genoeg dus om terug te blikken op de 7 voorgaande generaties. Vandaag: de tweede generatie, het G-model.

In 1973 ging de 911 zijn tiende jaar in. Dat deed hij met de meest ingrijpende wijzigingen die Porsche tot nu toe had doorgevoerd. Zo kreeg het topmodel de beschikking over een turbomotor, werden alle modellen uitgevoerd met een gegalvaniseerde carrosserie en kwamen er naast de Targa ook een Cabriolet en Speedster op de markt. Het pad om uit te groeien tot een icoon was geëffend.

Aanpassingsvermogen

De nieuwe 911 moest gelijk zijn aanpassingsvermogen bewijzen. Strengere veiligheidseisen in de VS maakten het noodzakelijk om voor- en achterbumpers te monteren die aanrijdingen tot 8 km/u zonder schade konden doorstaan. Porsche presenteerde daarop de kenmerkende ‘harmonica-bumpers’. Deze konden tot 50 mm ingedrukt worden zonder dat daarbij schade aan vitale onderdelen ontstond. Veiligheid was ook los daarvan een belangrijk thema. Zo beschikte het G-model over driepuntsveiligheidsgordels, stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen en nieuw ontworpen sportsturen.

Meer inhoud

De standaarduitvoering van het G-model beschikte al over de 2,7-liter zescilinder boxermotor die Porsche gebruikte in de 911 Carrera RS van de voorgaande generatie. Al snel groeide de motorinhoud tot 3,0-liter en in 1983 zelfs tot 3,2-liter. In de 911 SC RS was de 3.2 goed voor 250 pk. En het enorme ontwikkelingspotentieel van de luchtgekoelde ‘flat six’ was nog steeds niet volledig benut.

Een nieuwe legende

In 1974 werd (weer) een nieuwe legende binnen de 911-reeks geboren. De 3,0-liter motor van de 911 Turbo was goed voor ontzagwekkende vermogens. De eerste versie met deze in de autosport ontwikkelde technologie leverde al 260 pk. Vanaf 1977 zorgden een grotere cilinderinhoud (3,3-liter) en een intercooler ervoor dat de magische grens van 300 pk werd bereikt. Dat vertaalde zich in voor die tijd ongekende prestaties, zoals een sprint van 0-100 km/u in 5,2 seconden en een topsnelheid van ruim 260 km/u.

Donkere wolken

Toch verschenen er donkere wolken aan de horizon. Nieuwe Porsche Transaxle-modellen (motor voorin, transmissie en aandrijving achterin) zoals de 924 en 944 met viercilinder motor en de 928 met achtcilinder waren bedoeld om de 911 op te volgen. Toch slaagden de nieuwe modellen er niet in om de 911 van zijn troon te stoten. De vraag naar de eeuwig jonge 911 bleef groot. Porsche nam vervolgens de enige juiste beslissing: een verandering van strategie. En daarmee was de toekomst van de 911 in ieder geval voorlopig verzekerd.

In 1982 introduceerde Porsche de eerste 911 Cabriolet en in 1989 volgde de 911 Carrera Speedster. Deze markeerde het einde van de tweede generatie 911. In totaal 2.103 Speedsters werden geleverd met de brede ‘turbo’-carrosserie en slechts 171 in de ‘smalle’ export-uitvoering.

Infographic

Tussen 1973 en 1989 werden in totaal 198.496 911 G-modellen geproduceerd.