Leusden,
25
augustus
2019
|
06:00
Europe/Amsterdam

Daniel Necker

Zijn geld verdient Daniel Necker met schepen, maar zijn passie zijn auto’s. En auto’s, dat is Porsche. In Chili kon hij zich ontwikkelen op een manier die in zijn geboorteland Duitsland onmogelijk was geweest.

Zonder Harald Wagner zou het leven van Daniel Necker er heel anders uit hebben gezien. Hij was zeven of acht jaar oud toen hij zijn peetoom bezocht op vakantie. Wagner is een neef van Ferry Porsche en werkte al jaren als salesmanager voor de sportwagenfabrikant. De kleine Daniel was al zwaar onder de indruk van de fabriek in Zuffenhausen, maar op de Autobahn, in de nieuwe 911 Turbo van oom Harald, voelde hij het pas echt. Op de bijrijdersstoel juichte Daniel van geluk.

En nu is het 35 jaar later en de kleine Daniel van toen is volwassen. Hij loopt een paar passen om het huis heen, over de lichte stenen die het schuin invallende zonlicht reflecteren. Daniel Necker werkt als zelfstandig scheepsmakelaar en woont inmiddels alweer acht jaar met zijn vrouw Paulina en drie kinderen in een kubistisch vormgegeven huis van zandsteen in Vitacura, ten noorden van Santiago de Chile, aan de voet van het Andesgebergte. Trots laat hij ons de garage achter het huis zien. Hij vertelt over vroeger, toen hij op zijn 21e voor een stage bij Hapag-Lloyd van Hamburg naar Chili vertrok. Pas na drie jaar keerde hij terug naar Duitsland, maar hij hield het er niet lang uit. Na twaalf maanden pakte hij opnieuw zijn koffers voor Chili, dit keer om er te blijven. Ook nu nog herinnert hij zich – licht huiverend – het weer in Noord-Duitsland: hij denkt niet alleen aan “veel regen” maar ook aan “kilte in de mensen”. Dat had nooit bij hem gepast. Het “ontspannen Latijns-Amerikaanse karakter” waarmee de mensen in Chili het leven benaderen is meer zijn ding.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

“Ik voel me absoluut Chileens”, vertelt Necker, wiens moeder nog steeds in Hamburg woont. Hij vliegt er graag naartoe, maar nog veel liever vliegt hij terug. Hij heeft inmiddels meer dan de helft van zijn leven in Chili doorgebracht en het land heeft hem veel geluk gebracht. Necker: “De Porsche-dichtheid is in goede wijken even hoog als in het Hamburgse Alster-gebied.” De vraag naar sportwagens in de buitencategorie is vooral gestegen door de afschaffing van de weeldebelasting. In die tijd heeft Necker met vier andere liefhebbers de Porsche Club Chile opgericht. Inmiddels is uit het enthousiasme voor Porsche een diepe vriendschap gegroeid.

Hoewel Necker intens van zijn nieuwe land houdt, is zijn garage Duits. Daar kon ook zijn lange verblijf in Chili vrijwel niets aan veranderen, want het gaat om een sterk gevoel voor strakke lijnen, voor een onaangetaste smaak. Het gaat om karakter. “Er wordt nauwelijks in mijn Porsches gereden”, benadrukt Necker. Hij moedigt ons aan om een vinger langs de uitlaat te halen. Brandschoon. Auto’s wassen en oppoetsen is voor hem een soort therapie. In de garage heerst orde, zelfs qua kleuren en modellen: bijna alleen maar Turbo’s en bijna allemaal blauw. Misschien heeft hij ook dat overgenomen van oom Harald, want ook die had een voorliefde voor donkerblauwe auto’s. Er is één uitzondering, een zwarte 964 Turbo 3.6. Samen met de twee 911’s uit 1989 heeft deze ruimschoots meer kilometers op de teller dan de andere wagens in de garage: tussen de 20.000 en 40.000. In vergelijking met de andere pronkstukken is dat veel, want daar komt de tellerstand niet boven de 2000 kilometer. Dat geldt ook voor de lievelingsauto van Necker, een 911 Turbo S uit 1997. Hiervan bestaan slechts 350 exemplaren en het zijne heeft slechts 1930 kilometer gereden. De kleur is een unicaat: een speciaal mengsel van Ferrari. Necker: “Porsche heeft dit soort redesign echter wel geaccepteerd.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Binnen de groep van Turbo’s staat nog een afwijkende variant: een blauwe 911 GT3 RS uit 2010 met karmijnrode velgen en buitenspiegels en opvallende belettering aan de zijkant. Eromheen staan twee 356-modellen, één ervan een notchback uit 1962: gebouwd als cabrio en vervolgens voorzien van een dak, omdat hij anders niet verkoopbaar was in de Verenigde Staten vanwege het vermeende gevaar voor ongevallen. Necker had ook een Carrera GT, maar dat duurde maar even. De ‘über-auto’ – exclusief, innovatief, misschien wel de ultieme Porsche – stond al klaar om naar Zuid-Amerika te worden verscheept, maar Paulina greep in. Ze is een geen voorstander van de Porsche-manie van haar echtgenoot: “Die auto of ik!” Necker schrok en annuleerde direct zijn aanschaf. Achteraf had hij echter spijt: “Had ik ’m nou maar gewoon gekocht en tegen de dealer gezegd: verstop die wagen, ik haal hem later af.” Daar kan Paulina dan weer om lachen.

Neckers verzameling van Porsche-modelauto’s en de bijbehorende accessoires is eveneens uniek: uitsluitend verzamelaarsobjecten uit de jaren 50 en 60, handgemaakt, vrijwel ongebruikt en nauwelijks nog verkrijgbaar. De vitrines staan dicht naast elkaar in de garage. Necker loopt erlangs vol genoegen, geeft gedetailleerde toelichtingen en historische achtergronden. Hoeveel tijd de opbouw van zijn verzameling gekost heeft? Hij wil het niet weten. Urenlang heeft hij doorgebracht op het internet. Er gaat geen dag voorbij zonder dat Necker een veilingplatform bezoekt. “Als het dan zover is, doe ik mijn ogen dicht en geef ik mijn bod af.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veel stukken in de collectie zijn nog origineel verpakt, vaak is de verpakking zelfs meer waard dan de inhoud. Een voorbeeld: de Gescha-producties uit de jaren 50. De Six Mobil-serie van de speelgoedfabrikant uit Neurenberg behoort tot Neckers lievelingsobjecten. Vrijwel de gehele verzameling komt uit Duitsland, maar er is één uitzondering die de regel bevestigt. Het is een van de meest waardevolle modellen in deze garage en komt uit Japan: een exemplaar van T.P.S. uit 1965 met een cameraman op het dak van een Porsche 911. Hier heeft Necker jarenlang naar gezocht. Net als naar de andere zeldzame Porsche-stukken: de strakke bobslee uit 1972, de carbonfiets uit 2000 en de digitale Porsche-flipperkast uit 1991. Allemaal in perfecte staat, vrijwel nieuw.

Wat is dan de volgende stap? Familie, welvaart, gezondheid. En natuurlijk zijn garage vol Porsche-schatten. Als iemand alles al lijkt te hebben, waar streeft hij dan nog naar? Voor Daniel Necker is het duidelijk. Hij blijft zijn verzameling uitbreiden, op jacht naar de volgende fascinerende modelauto of de volgende Porsche met blauwe lak. Ware passie kent geen einde, vooral niet als die passie is verankerd in een familiegeschiedenis. Die erfenis van zijn peetoom Harald laat Daniel Necker simpelweg niet los.