De boxer met het eeuwige leven
De nieuwe Porsche 911 Carrera maakt een reuzensprong door over te stappen op turbomotoren. Volgens Dietmar Geisse, Manager Powertrain van de 911-reeks bij Porsche AG is de komst van deze motoren het begin van weer een sensationele nieuwe fase voor de iconische sportwagen.
Turbotechnologie voor de 911 is verre van nieuw: al in 1974 kwam Porsche met de 911 Turbo 3.0. Met zijn brede wielkasten achter, zijn enorme achtervleugel en vooral door zijn sensationele prestaties groeide dit model uit tot een icoon op zich.
Rightsizing
In de nieuwe 911 Carrera zorgt turbotechnologie ook voor (nog) betere prestaties, maar de échte reden voor het gebruik ervan ligt volgens Dietmar Geisse op een ander vlak: “Als autofabrikant ben je wettelijk verplicht het verbruik en daarmee de CO2-uitstoot terug te brengen. Om een lager verbruik te realiseren, hebben voor het rightsizing-concept gekozen: een kleinere cilinderinhoud in combinatie met de nieuwste turbotechnologie. Ik gebruik bewust het woord ‘rightsizing’, want we wilden het typische, gretige 911-karakter uiteraard ook behouden. De cilinderinhoud van 3,0 liter in combinatie met twee turbo’s is daarvoor optimaal – je combineert ‘cubic inches’ met een boost. Dit samenspel zorgt ervoor dat de motor zeer spontaan reageert. Al bij lage toerentallen is er enorm veel kracht beschikbaar en dat gaat – zonder ‘turbogat’ - door tot aan de rode lijn op de toerenteller, die pas bij 7.500 tpm ligt.”
Verfijning tot in detail
Het blok van de boxermotor is in de basis gelijk aan dat van de vorige 911-modellen. Alleen de boring (nu 91 mm) en de slag (nu 76 mm) zijn verkleind. Het kiezen voor een bekende basis heeft een goede reden volgens Geisse: “De kern van de 911 is verbeteren op basis van wat al heel goed is - we streven ook altijd naar maximale betrouwbaarheid. Ook in detail is er daarom veel werk aan de boxermotor verricht: je zult het nooit zien, maar de cilinders maken nu gebruik van een nieuwe hightech coating. Deze is bestand tegen de hogere drukken in de motor én hij vermindert de interne wrijving. Ook dat draagt bij aan maximale efficiency. En dat is als een mes dat aan twee kanten snijdt: betere prestaties in combinatie met een lager verbruik.”
Een reuzensprong
Volgens Geisse is de overschakeling op turbomotoren voor de 911 net zo’n reuzensprong als de overstap van lucht- naar watergekoeld: “De 911 heeft altijd voorop gelopen met nieuwe en slimme technologieën. Er breekt nu weer een nieuwe fase voor de boxermotor en daarmee voor de 911-lijn aan. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen de nieuwe 911 opnieuw in zijn armen sluit: één rit en je bent óm – de nieuwe 911 is gretiger dan ooit en zijn sound is en blijft uit duizenden herkenbaar. Bovendien begint deze fase nog maar net: er komen nog sterkere varianten. De 911 én zijn boxermotor hebben in goede Porsche traditie een sensationele toekomst voor zich.”
